Marysa Otte, lid begeleidingscommissie: 'Erbij willen horen is belangrijk'

‘Waar ik naar streef is dat het Restauratoren Register gaandeweg bij iedereen het gevoel gaat geven “daar moet ik bij horen”. Dat geldt voor de zelfstandig werkende restauratoren, voor zij die bij een museum werken, voor hen die aan een opleiding zijn verbonden, kortom voor alle vakmensen’.


Marysa Otte – eigen foto

Samenhang en verhaal
Marysa Otte is adviseur collectiezaken bij het Amsterdam Museum. Haar werkzaamheden variëren van behoud en preventie, via acquisitie tot en met de opzet en financiering van restauraties en omgevingsaangelegenheden, bijvoorbeeld in verband met de toekomstige verbouwing van het museum. En net als het werk, variëren ook de onderwerpen die haar aandacht hebben. Is dat het ene moment Garage Kempering in de Amsterdamse Bijlmer, als nalatenschap aan de oorspronkelijke Bijlmermeer, op een ander moment is dat de Groene Kamer met zijn geheel betimmerde, groen geschilderde wanden in Lodewijk XIV-stijl. ‘Het gaat daarbij altijd om de samenhang en het verhaal dat dergelijke objecten vertellen’, licht zij toe. ‘Dat is ook een van de redenen waarom wij het “historisch” in onze naam hebben laten vallen. We zijn een Amsterdams museum, waarbij gisteren ook geschiedenis is. En ook de toekomst al aanwezig is. Wat we in het liefst in onze collectie hebben representeert Amsterdam als grote stad’.

Goede verwijzing geven
Sinds kort neemt Marysa Otte vanuit die museale positie die ze heeft, deel aan de Begeleidingscommissie van het Restauratoren Register. ‘Voor mij gaat het belang van een register ver terug, al in de tijd dat ik in Gelderland musea en particulieren adviseerde over het restaureren van historische objecten. Hoe handig is het dan niet om te kunnen beschikken over een lijst van goede vakmensen, om veilig naar door te kunnen verwijzen?’
‘Dat er nu een landelijk register is, waarin de verschillende restauratiedisciplines samenwerken, is een grote stap voorwaarts. Ik hoop dat ook de restauratoren die nu binnen musea werkzaam zijn – het worden er helaas steeds minder – het belang van registratie inzien. Ook al levert het hen geen werk en inkomen op, het gaat om het gezamenlijk willen werken aan het juiste behoud en verbetering van het vakgebied. Het uitwisselen van kennis en ervaringen’.


Foto: Rijksvastgoedbedrijf

Community
‘Het Register’, gaat Marysa verder, ‘is voor mij dan ook veel meer dan alleen een registratiegebeuren. Het kan, en moet ook een community worden, een samenleving waar je als restaurator bij wilt horen, waar je iets te zoeken hebt’. ‘Wanneer er voldoende geregistreerde restauratoren zijn, kun je ook vervolgstappen maken. Bijvoorbeeld een koppeling gaan voorstellen tussen het verstrekken van restauratiesubsidies en de eisen die daarbij gesteld kunnen worden aan het getoetste niveau van de restauratoren. Maar dat is iets voor de toekomst, als het Register goed is ingebed. Nu gaat het allereerst om het bouwen van het register. De kwaliteitseisen staan als een huis en volgen de internationale richtlijnen over het restauratorschap. Aan de ervarings- en opleidingseisen kan vrijwel iedereen voldoen. Waar misschien wel naar moet worden gekeken zijn de kosten. Zijn die te dragen voor zzp-ers, voor wie elke euro er één is, zeker in een Coronacrisistijd als deze? Uiteindelijk moet ook voor hen het register een plek zijn waar je kunt laten zien dat je er hoort. Dat is de opgave waaraan ik graag meewerk.’ Kijk hier voor de complete samenstelling van de begeleidingscommissie.