Alwin van Hees: 'Zorg dat ook onderzoekers een plaats krijgen in het register'

'Het Restauratoren Register kan voor mij van grote waarde worden. Zeker wanneer de verschillende disciplines ook worden onderscheiden in onderzoeker en uitvoerend restaurator. Met een goede omschrijving of presentatie van iemands specialistische of generalistische kwaliteiten kan het een uitstekende gids worden om uit te putten'. Aldus Alwin van Hees, adviseur historische interieurs bij de Monumentenwacht Limburg en lid van de begeleidingscommissie voor het Restauratoren Register.


Alwin van Hees – foto Arjan Bronkhorst

Veelzijdige achtergrond
Alwin van Hees is adviseur historische interieurs en heeft een veelzijdige achtergrond. Hij volgde de schilderschool Sint Lucas in Boxtel, studeerde vervolgens kunst- en architectuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en werd daarna Master in Conservation aan het Raymond Lemaire Instituut van de Katholieke Universiteit Leuven. Die veelzijdigheid in opleiding komt ook in zijn werk tot uiting. Hij werkte onder andere als schilder en als adviseur kleur en schilderingen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Sinds 2010 is hij verbonden aan de Monumentenwacht Limburg. Daarnaast is hij voor diverse gemeenten adviseur monumenten en/of lid van de commissie ruimtelijke kwaliteit. Tot slot is Alwin ook betrokken bij de totstandkoming van ERM-uitvoeringsrichtlijnen (Historisch schilderwerk, Timmerwerk trappen, Historisch parket en Gebouwinspecties en Bouwkundig Advies). Voor de Monumentenwacht onderzoekt hij historische interieurs en adviseert hij over de instandhouding hiervan.

Heldere curricula
Veelzijdig dus en dat komt ook tot uiting in zijn kijk op het Restauratoren Register. Dat begint al met de opleidingseisen die worden gesteld om ingeschreven te kunnen worden in het register. 'Opleidingen, zoals de eerst door mij gevolgde MBO-opleiding, moeten heel duidelijk maken wat zij de studenten aanbieden, transparant zijn in hun curriculum en durven de grenzen te benoemen. Kan iemand die zo’n opleiding volgt daarna de gewelfschilderingen in de Nicolaaskapel in Nijmegen restaureren of is hij of zij geschoold in decoratief schilderwerk, bijvoorbeeld in het imiteren van een zeventiende-eeuwse marmerimitatie of het decoreren van gipsen ornamenten. In het laatste geval is het een vakman, maar geen restaurator. Dat maakt voor mij, als adviseur, al heel veel uit. Net zoals iemands ervaring en aanvullende genoten studies. Heldere curricula kunnen ook de angel halen uit de vele discussies die worden gevoerd over kwalificaties en het wel of niet toelaten'.

Grote variëteit
Alwin ziet ook graag een grote variëteit in profielen binnen het Register. 'Ik zie als adviseur niet alleen dat er in de discipline Historische Binnenruimten behoefte is aan gespecialiseerde onderzoekers, restauratoren en vakmensen, maar ook aan generalisten. Mensen die het gehele terrein, in mijn geval nu vooral die van de historische interieurs, kunnen overzien. Verbindingen kunnen leggen, in een vroeg stadium schade kunnen constateren en naar de juiste mensen doorverwijzen. Die versnippering tegen kunnen gaan door specialistische kennis aan elkaar te kunnen koppelen. Dat is ook van belang voor het noodzakelijke wederzijdse begrip tussen specialisten onderling. Binnen een historisch interieur gaat het niet alleen om schilderwerk, wel vaak, maar ook om hout, natuursteen, textiel en binnenklimaat etc. Een generalist kan een intermediair zijn tussen de verschillende vakdisciplines, maar ook tussen opdrachtgever enerzijds en onderzoekers en restauratoren anderzijds'.

Onderzoeker
'Daarnaast wil ik ook graag kunnen kiezen tussen een uitvoerend restaurator en een onderzoeker. Vaak heb ik de behoefte aan eerst een onafhankelijk onderzoeker, alvorens een gespecialiseerd restaurator in te gaan schakelen. Het kan soms beter zijn wanneer dat niet één op één dezelfde persoon zijn en soms kan het niet anders, want niet iedere onderzoeker is automatisch ook restaurator of vice versa. Het Register zou dus een aparte rubriek onderzoekers moeten bevatten’.
Alwin benadrukt dat het Restauratoren Register veel meer dan een lijstje met namen moet zijn. ‘Het wordt pas fijn om te putten uit zo’n database wanneer het antwoord geeft op een veelheid aan vragen. Naar iemands opleiding, naar iemands praktijkervaring, naar iemands specialisatie en naar iemands restauratie-opvattingen. Opdrachtgevers, maar ook adviseurs in monumentencommissies en vergunningverleners bij gemeenten kunnen veel profijt hebben van een Restauratoren Register bij zeer waardevolle historische interieurs met complexe vraagstukken waar een hele hoge restauratiekwaliteit wordt verlangd.'